Opdracht 1: Verwerkingsopdracht bij een jeugdboek.

 


BOEK: Beckman, T. (1976). Kruistocht in spijkerbroek. Rotterdam: Lemniscaat.

Gekozen opdracht: D. Personages: 5.: Schrijf een stukje dagboek van een van de personages, waarin hij/zij op een gebeurtenis uit het boek terugblikt en zijn/haar gevoelens verwoordt.

Samenvatting van het boek:
De bijna 16-jarige (Ru)Dolf Wega uit Amstelveen, is zoals de meeste jongens van zijn leeftijd dol op verhalen over ridders, kastelen en toernooien. Wanneer hij op een dag in het laboratorium van dr. Simiak kennis maakt met de materietransmitter (een soort tijdmachine), weet hij de professors te overtuigen hem een middagje tijdens in de middeleeuwen te laten doorbrengen. Hij hoopt op die manier een riddertoernooi met zijn eigen ogen te zien. Door een fout komt hij echter middenin een Kinderkruistocht terecht. Terwijl hij problemen krijgt met de leiding van die kruistocht, probeert hij een boodschap naar de professors – die in 1972 leven – te sturen zodat die hem kunnen proberen terug te halen.


D.5.: Dagboekfragment uit de ogen van Mariecke: het proces van Dolf.

Liefste dagboek

Vandaag was één van de spannendste dagen sinds ik me aangesloten heb bij de Kinderkruistocht. Onze lieve Rudolf werd veroordeeld voor ketterij! De nobele heer Rudolf van Amstelveen, een duivelsdienaar? Belachelijk! Ik weet dat het niet waar is. Leonardo en de anderen trouwens ook. En dat we trouw blijven aan Rudolf, dat heeft die gemene Dom Anselmus mogen weten.
Het begon allemaal toen ik wat later op de dag met een deel van de knokploeg en een groep meisjes die voedsel verzameld hadden, terugkwam naar het kamp. Daar merkte ik meteen dat er wat loos was. Toen ik te horen kreeg dat die lieve Rudolf beschuldigd was van ketterij wou ik zo snel als ik kon naar hem toe gaan. Maar Dom Thaddeus hield me tegen. Hij maande me aan te bidden voor zijn ziel, maar ik was te kwaad en vervult met ongeloof en minachting. Ik moet toegeven dat ik wel wat geschrokken was toen ik hoorde dat Nicolaas de beschuldiger was. Nicolaas is gekozen door God, en als hij iemand van ketterij beschuldigt, is dat niet iets dat je zomaar kan weglachen. En ja, Rudolf leek soms niet al te gelovig. Maar als hij beschuldigd zou worden van ketterij zou hij de brandstapel riskeren, en o God, dan zou ik met hem sterven, wees daar maar zeker van. Ik sloeg de raad van Dom Thaddeus in de wind en snelde naar Rudolf. Ik bracht hem zijn eten en heb denk ik zeker twee uur zwijgend bij hem gezeten.  
Het proces vond plaats op een plek die Dom Anselmus uitgekozen had. In een licht hellend veld in de buurt van het kamp lag een groot rotsblok. Op die rots ging Nicolaas zitten met naast hem alle andere hoge pieten. De arme Rudolf stond een eindje voor Nicolaas. Moederziel alleen met achter hem alle andere kinderen, waaronder ik natuurlijk.
Toen Nicolaas het proces begon door de beschuldiging van Rudolf openbaar te maken, werd hij al meteen onderbroken door de beschuldigde. Weet Rudolf dan niet dat een verdachte moet zwijgen tot hem iets gevraagd wordt? Gelukkig duurde het niet lang voor de geweldige Leonardo het voor Rudolf kon opnemen. Het toppunt was dat Leonardo Dom Anselmus er ook nog eens op durfde te wijzen dat wij als kinderen ontzettend geleden hadden. O, lief dagboek, wat een goed mens is hij toch! Zonder Rudolf en Leonardo zou deze kruistocht één grote mislukking worden. Toen Rudolf ons er aan deed herinneren dat hij ons verzorgde en voedde juichte iedereen hem toe. Op dat moment dacht ik dat hij vrijgesproken zou worden, maar Dom Anselmus wist het tijd te keren. In een mum van tijd schreeuwde het halve kinderleger dat Rudolf gedood moest worden. Wat was ik bang op dat moment! Zo ging het een tijdje door. Eerst lovend, dan weer beschuldigend. Het moment waarop ik het meeste schrik had was tegen het einde van het proces. Het gebeurde allemaal zo plots en intens. Op bevel van Anselmus stortten de kinderen zich op Rudolf, klaar om hem het leven te ontnemen. Maar diegenen die trouw bleven aan de jongen, zoals Leonardo en Fredo, beschermden hem. O, wat was het een kwelling! De kinderen die zo goed konden samenwerken waren nu verstrikt in een veldslag. Broeders en vrienden bevochten elkaar met wapens. Als het niet aan Dom Thaddeus gelegen had waren er gegarandeerd tientallen doden gevallen. De priester wist op één of andere manier de gemoederen te bedaren én Rudolf vrij te laten spreken. Ik wist altijd al dat hij een goed man was maar mijn God, ik ben hem eeuwig dankbaar nu hij het leven van die goede Rudolf van Amstelveen heeft weten te sparen. Ik ben zelden zo bang én opgewonden tegelijk geweest als vannacht. Nadat Rudolf vrijgesproken was hebben we voor de rest van de nacht gefeest en elkaar omhelst en gekust. Het was een veelbewogen dag die me in een rivier van gevoelens onderdompelde. Ik voelde uiteindelijk veel vreugde en dankbaarheid maar wat ben ik blij dat deze dag van ellende voorbij is!

Evaluatie van de opdracht:

Als lezer vond ik het best leuk om deze opdracht te maken. Het zette me er toe aan het verhaal eens van een ander standpunt te bekijken. Daarnaast was het ook uitdagend om het standpunt te beschrijven vanuit een dagboekfragment. Om zoiets persoonlijks te kunnen schrijven moet je je heel goed in het personage kunnen verplaatsen. Je moet proberen de gevoelens op te roepen die het personage op dat moment ook voelt. Zoiets is dus uitdagend en naar mijn mening ook leuk om te doen. Als leerkracht zou dit een opdracht zijn die ik zeker ook zou willen geven. Didactisch vind ik het goed omdat het de schrijfvaardigheid van de leerlingen sterk prikkelt. Kinderen van de leeftijd waar ik les aan zou geven, zijn ook veelal bezig met dagboeken op dat moment. Het is dus iets waar ze wellicht persoonlijk wat ervaring mee hebben. Om het dan te maken voor een fictief personage is een uitdaging die de leerlingen er toe stelt zich te laten opslorpen door het boek om op die manier de gevoelens en ideeën van het personage volledig uit te kammen.