Opdracht 1: Analyse leesgedrag & literaire competentie

 

Mijn competentieniveau

Ik zou mijn literair competentienieveau in de competentiematrix van Theo Witte indelen in niveau 4De meeste boeken die ik lees zijn echter qua kenmerken van het boek eerder in te delen in competentieniveau 3. Ze hebben meestal vrij makkelijke en veel voorkomende onderwerpen met regelmatig een diepere laag. Voorbeelden hiervan zijn “Harry Potter”, “De brief voor de koning” en “Het geheim van Ruysbroeck”. Als je echter de boeken die ik recenter heb gelezen in rekening houd, zoals “De Republiek” van Joost de Vries, denk ik dit eerder bij niveau 4 aanleunt.
Als ik mijn niveau op vlak van kenmerken van de lezer zou moeten baseren denk ik dat dit vrij goed in het kader van niveau 4 past. De kenmerken die in dit niveau opgesomd worden zijn toch wel van toepassing op mij. Zo heb ik inderdaad een belangstelling voor verteltechniek en vind ik het leuk zowel het verhaal als de personages te analyseren.

Wat is belangrijk voor jeugdliteratuur?

Wat ik het belangrijkste vind aan jeugdliteratuur is dat het kinderen moet aansporen om vaker te lezen en hier ook echt van te genieten. Daarnaast vind ik ontspanning ook een belangrijke functie van de jeugdliteratuur.Natuurlijk is het goed dat het de jonge lezers – al dan niet onbewust – hun woordenschat laat aanvullen en hen creatiever laat worden in het omgaan met taal. Maar ik vind dat kinderen jeugdliteratuur moeten lezen uit vrije wil omdat het ontspannend is. Ze moeten er van kunnen genieten. Hen bepaalde leeskost voorschotelen en hen vervolgens verplichten dit  te lezen, zorgt er volgens mij alleen maar voor dat de kinderen zich juist gaan afzetten tegen het lezen.

Ik vind dat jeugdliteratuur soms wat moet bijdragen aan de ontwikkeling van het kind zelf. Zowel op moraal gebied als in woordenschat en taalgebruik.
Het is ook altijd mooi meegenomen als een jeugdboek de lezer wat meer bijbrengt van de maatschappij of een bepaalde cultuur.Maar toch vind ik dat jeugdliteratuur in eerste instantie iets moet zijn waarmee kinderen zich ontspannen en zo – onderbewust – een betere ontwikkeling (op sommige vlakken) ondervinden.

Mijn leesgedrag


Als ik mijn eigen leesgedrag analyseer, zoals ik heb gedaan bij het maken van mijn fictieautobiografie, valt het me op dat ik in de loop der jaren een hele evolutie ondergaan heb. Een positieve evolutie weliswaar.
Vooral de laatste jaren lees ik steeds meer en meer diepere, zwaardere verhalen.
Ik ben steeds meer gaan houden van lezen en ook de redenen veranderden.
In het begin las ik om de simpele reden dat ik dat graag deed. Ook nu is dit uiteraard de hoofdreden, maar zijn er steeds meer aspecten die er bij komen kijken. Tegenwoordig lees ik boeken die ik in eerste instantie niet zou lezen omdat ik nu ook geïnteresseerd ben in de verschillende schrijfstijlen die auteurs kunnen hanteren. Ook probeer ik sommige verhalen of personages te “ontleden” om te zien hoe het verhaal of de personages evolueerden doorheen het boek of wat hun drijfsfeer was.
Als iemand me nu zou vragen wat ik zou willen veranderen aan mijn leesstijl, zou mijn antwoord simpelweg “niets” zijn. Ik lees graag en er komen steeds meer redenen voor mij bij waarom ik dit zou moeten blijven doen. Ik zou dus niet inzien wat er anders aan zou moeten.
Lezen is en blijft een fantastische bezigheid!