Opdracht 2: Fictieautobiografie
De vroege jaren
Mijn liefde voor boeken en lezen is al vrij vroeg in mijn leven ontstaan.
In het prilste begin werd ik regelmatig voorgelezen door mijn ouders, zussen of andere volwassenen.
De verhalen die ik te horen kreeg waren - vanzelfsprekend – veelal kinderverhaaltjes. Korte, niet te moeilijke verhaaltjes zonder al te veel betekenis, en makkelijk voor te lezen. Met andere woorden: het soort van boekjes die in de meeste gezinnen uit de kast worden genomen, net voor het slapengaan. “Elke dag een beertje” is een van de boeken die ik mij nog kan goed herinneren. Allemaal hielden we er van, zowel mijn zussen als ikzelf. Het was een groot boek vol met mooie prentjes. Maar wat het echt zo bijzonder maakte, was het feit dat er maar liefst driehonderdzesenzestig kleine avontuurtjes over een groep beren in stonden. Elke dag werd er dus een verhaal verteld, het hele jaar lang. In theorie ten minste want vanzelfsprekend was dit niet meteen haalbaar op drukke, lange dagen.
Elke dag een Beertje - Willeke Bakke
Het voorlezen thuis duurde echter niet zo lang want al vrij snel werd er voor het slapengaan niet meer voorgelezen door mijn ouders. Dat was niet omdat ze het beu waren, maar juist omdat we zelf al goed konden lezen. Daarom namen mijn oudste zussen het voorlezen voor hun rekening, en nog een beetje later lazen we allemaal zelf in onze eigen boeken.
Op school werd er in de kleuterklas, en de eerste twee jaren van het lager onderwijs natuurlijk ook voorgelezen. Al zou ik mijn leesliefde niet meteen daaraan durven toewijzen. Ik genoot weliswaar met volle teugen wanneer we mochten luisteren naar een nieuw verhaal, maar ondertussen las ikzelf thuis ook regelmatig. Ook wanneer we huiswerk toegewezen kregen dat enkel en alleen bestond uit het lezen van een bepaald fragment, was dit het eerste wat ik deed bij het thuiskomen. Niet omdat ik zo graag huiswerk maakte, maar om de simpele reden dat ik er oprecht van genoot.
Op een bepaald moment in mijn leven, al kan ik niet meteen zeggen wanneer het juist was, las ik echter minder dan voorheen. De juiste reden hier achter kan ik niet bedenken, al heb ik wel een vermoeden. Als ik terug probeer te denken aan die tijd, denk ik dat het rond dezelfde tijd was dat er meer programma’s op tv kwamen die mij en mijn leeftijdsgenoten erg aanspraken. Dit waren zowel de tv-series over dappere helden, als prachtige series zoals “Waterschapsheuvel” of “Beestenbos is boos”. Ik denk dat rond die tijd de tv het won van boeken. Ook had ik een leeftijd (en leesniveau) bereikt die het sowieso moeilijk maakte om een leuk boek te vinden. Er waren meestal maar twee opties: een goed, maar te moeilijk geschreven verhaal, of een makkelijk te lezen boek, maar met een verhaaltje dat mij op die leeftijd niet meer interesseerde.
Waterschapsheuvel
Beestenbos is boos
Een tijdje later was er echter op vlak van boeken een lichtpuntje in mijn leven.
Voor mijn communie had ik een boek gekregen. “Vos en Haas”, het was een vrij bekend duo onder de kinderen die af en toe een verhaaltje mee pikten. Dit was, voor zover ik mij kan herinneren, het eerste “dikke” boek dat ik volledig zelf (uit)gelezen heb. Ik was dan ook heel erg trots dat ik zo’n dik boek volledig zelf had gelezen.
Ik denk dat dit een van de redenen was die het lezen bevorderden. Het verzadigende gevoel wanneer je als kleine jongen helemaal op je eentje een volledig, volwaardig boek hebt gelezen. Tussendoor las ik ook nog andere boeken, meestal wat lichtere maar desondanks mooie verhalen. Eén van mijn favorieten is er een waar ik vandaag de dag nog steeds van kan genieten. “Hoe Lodewijk opnieuw koning werd” van Marcus Pfister. Een mooi kinderverhaal over een luie, arrogante leeuw die van zijn troon gestoten wordt door de rest van het dierenrijk, maar door een aantal goede daden gevraagd wordt de kroon weer te dragen. Hierop antwoordt hij dat hij ontroerd is, maar niet boven de rest wilt staan omdat hij, net als de anderen, ook maar een dier is. Wat me nog meer aansprak dan het mooie verhaal zelf, waren de nog mooiere tekeningen in het boek. Prachtige illustraties waar ik tot op vandaag nog steeds de schoonheid van kan inzien. Een eeuwige favoriet dus.
Vos en Haas – Sylvia Vanden Heede
Hoe Lodewijk opnieuw koning werd - Marcus Pfister
Na de tijd van voorlezen, simpele verhaaltjes en af en toe een dikker boek, kwamen de jaren van boekbesprekingen en verplichte leeskost. Ik weet niet waarom, al betreur ik het wel, maar in die tijd las ik weer wat minder. Wat ik me nog kan herinneren is dat we met de lagere school regelmatig een bibliotheek bezochten en er elks een boek kozen. Ook was er soms een boekbespreking gekoppeld aan die bibliotheekuitstap. Dat vond ik op zich niet zo erg, maar ik weet nog wel dat ik de boeken vaak niet uitlas. Ik had er geen zin meer in of de verhalen interesseerden me gewoonweg niet. Het was weer een mindere periode voor de boeken rondom mij. Wel las ik geregeld een wetenschappelijk informatieboek dat afgestemd was op mijn leeftijd, over van alles en nog wat, puur uit interesse.
Op een bepaald moment, een beetje verder in mijn leven, rond de leeftijd van een jaar of negen à tien, begon ik weer echte verhalen te lezen.
Eigenlijk zou je mijn “leesleven” kunnen vergelijken met een lange wandeling aan het strand. Je wandelt een lange route langs de scheiding tussen het zand en het water. Telkens trekt er een golf weg, maar dan komt er weer een nieuwe aan. Zo zat het ook bij mij, er waren perioden waarin ik veel las, maar ook perioden waarin het lezen me minder kon bekoren.
Ik kan wel oprecht - en een beetje trots - zeggen, dat er, sinds ik er toe in staat was, geen enkel jaar voorbij is gegaan zonder dat ik vrijwillig een boek las.
Een magische, krachtige wending
Het jaar 2009 was een groot keerpunt in mijn “leesleven”, rond de leeftijd van twaalf jaar. De reden achter deze belangrijke wending is te beschrijven met twee heel bekende woorden, of misschien beter gezegd een heel bekende naam: “Harry Potter”.
Ik ben namelijk een ongelooflijk grote fan van de serie. Dat is al zo vanaf het moment dat ik de eerste film zag. “De steen der Wijzen”. Het moment dat mijn vader (in het jaar 2002 denk ik) thuiskwam met de film - toen zelfs nog op een videocassette – kan ik me niet zo goed herinneren. Wat ik daarentegen nog wel weet, zijn de talloze keren dat ik de film herbekeek. Ik was vanaf het allereerste moment, vanaf de openingsscène in het prilste begin, compleet weg van de jonge tovenaar en zijn magische wereld. Ik weet niet juist wat me aansprak, maar of het dat deed.
Vanaf dat moment was elke nieuwe film een hoogtepunt.
Ik wist alles van het verhaal; van de grote lijnen tot het kleinste detail. Tenminste, dat dacht ik. Ik had namelijk - al betreur ik het nu - nooit de boeken gelezen.
En toen, in het jaar 2009 gebeurde het. We waren op bezoek bij mijn meter en haar familie. Na even praten over van alles en nog wat kwamen we te weten dat deze liefde voor Harry Potter een gemeenschappelijk iets was. Zij waren er namelijk ook helemaal weg van. Meteen spraken we af om samen “Harry Potter and the Half-Blood Prince” te gaan bekijken op het grote doek. Het is zelfs later een traditie geworden om samen telkens de nieuwe film in de bioscoop te gaan zien, en nog later deden we hetzelfde voor De Hobbit.
Maar dat allemaal terzijde, waar het echt om draaide was het feit dat zij alle boeken hadden gelezen. De manier waarover ze spraken over Rowlings meesterwerken liet me al snel inzien dat ik heel wat miste van het verhaal en de sfeer.
En omdat –waarschijnlijk zie je het al aankomen – ik graag las en een onbeschrijfelijk grote fan was, lag ik diezelfde avond in bed te lezen in hun exemplaar van “Harry Potter en de Steen der Wijzen”.
Harry Potter en de Steen Der Wijzen – J.K. Rowling
Nog voor ik het zelf goed kon vatten had ik het boek al uitgelezen, of beter gezegd verslonden. Zodra ik de laatste zin van het laatste hoofdstuk had gelezen, wist ik al wat ik de komende tijd zou doen.
Ik was zo verkocht dat ik onbeschrijfelijk blij was dat het volledige verhaal in zeven delen verteld werd. Natuurlijk verslond ik de andere boeken daarna in verhoogd tempo.
Dit is ook de serie die bovenaan op mijn lijstje staat van boekenseries die ik het meest heb herlezen. Ik ben de tel kwijt van het aantal keren dat ik elk boek gelezen heb, ze blijven even magisch en telkens merk je meer subtiele hints naar volgende boeken op, die je de eerste keer niet zag.
Ik kan dus met een zeker trots toegeven dat Harry Potter dé serie is die mij in de boekenwereld gesleurd heeft, het zette me aan tot het lezen van meer boeken.
Harry Potter – volledige boekenserie – J.K. Rowling
Een boekenbestaan
Sindsdien lees ik veel meer boeken, elke avond – als het kan – lig ik met een boek in mijn handen in bed. Ondertussen heb ik ook veel andere goudklompjes ontdekt, en je moet ze niet altijd in andere taal van oorsprong gaan zoeken.
“De brief voor de koning” en “Geheimen van het Wilde Woud” (beiden van Tonke Dragt) zijn twee boeken die me ook erg zijn bijgebleven (en die ik ook herlezen heb). De Brief voor de koning was zelfs nog het exemplaar van mijn moeder.
De brief voor de koning – Tonke Dragt
Geheimen van het Wilde Woud – Tonke Dragt
Er zijn enkele jaren geweest waarin ik voor school geen boeken mocht lezen die verfilmd waren tot beroemde kaskrakers, Harry Potter viel dus tot mijn spijt meteen weg. Dit was om te voorkomen dat leerlingen enkel de film zouden zien en zo konden doen alsof ze het boek hadden gelezen. Dat Harry Potter niet meer aan de orde was vond ik langs één kant wat jammer, maar langs de andere kant heeft het mij de kans gegeven andere boeken te lezen die ik normaal niet zou lezen, maar die achteraf toch erg goed bleken te zijn.
Ik zou een hele lijst van boeken kunnen opnoemen die ik gelezen heb van die tijd tot nu, waar ik oprecht van genoot, maar dat zouden er veel te veel zijn voor deze fictieautobiografie.
Wat ik wel kan zeggen is dat het “verbod” om bepaalde boeken te lezen mij in de loop der tijd heeft laten inzien dat ik elk boek een kans moet geven. Zo was ik in het begin tegen het concept van “De Hongerspelen” van Suzanne Collins, het idee dat kinderen elkaar moeten afslachten in een arena met mêleewapens zinde me niet echt. Maar omdat mijn zus de boeken bleef aanraden, heb ik uiteindelijke toch het eerste boek uit de kast genomen, en heb ik automatisch de andere twee ook gelezen uit vrije wil. Hieruit bleek weer eens dat een boek waar je eerst niets van moet hebben, uiteindelijk een van je favorieten kan worden nadat je eindelijk zo slim was het toch een kans te geven.
Zo heb ik ook “De jongen in de gestreepte pyjama” van John Boyne onlangs ook gelezen, ondanks het feit dat ik niet zo van oorlog getinte boeken hou. En nog vele anderen boeken.
De Hongerspelen – boekenserie – Suzanne Collins
De jongen in de gestreepte pyjama – John
Een korte toelichting wil ik geven tot een boekenopdracht van nu ongeveer een half jaar geleden. Vorig schooljaar namelijk, in het 6de middelbaar, kregen we de opdracht een volwassenboek te lezen. Ik nam “De Republiek” van Joost de Vries voor mijn rekening, een vrij zwaar boek, maar met een erg goed verhaal.
En zo heb ik, in de loop der tijd, geleerd dat ik boeken altijd een kans moet geven, of het nu veel te zware boeken zijn, of boeken met verhalen die je niets lijken. Je weet namelijk nooit welke goudklompjes je laat liggen!
De Republiek – Joost de Vries
In principe was dit in grote lijnen het verhaal van mijn “leesleven”. Eigenlijk zou het nu klaar moeten zijn, maar ik moet nog iets anders aanhalen. Ik heb namelijk een cruciaal deel in mijn leven weggelaten. Dit heb ik gedaan omdat ik het anders in elke zin zou moeten aanhalen vanwege de grote impact.
Vorig jaar, op 22 december 2015 is mijn opa gestorven. Hij verdient een speciale plek in deze fictieautobiografie. Hij hield namelijk erg veel van boeken en had er letterlijk duizenden in zijn huis verzameld doorheen de jaren. Dus wanneer de meeste kinderen speelgoed kregen, kreeg ik boeken. Maar dit vond ik helemaal niet erg, hij is namelijk een van de grootste redenen dat ik vandaag de dag zoveel en graag lees. Ik zou hier heel veel over hem kunnen schrijven, maar het belangrijkste is dat hij mijn leven hard veranderd heeft, en dat hij me inspireerde om steeds meer te lezen. Hiervoor ben ik hem trouwens ontzettend dankbaar!
Mijn opa